Interview met Ingrid Windmeijer

31 december 2019

Dit interview is gepubliceerd in het Parool op 31 december 2019.

Bedside Singers zingen aan het bed van stervenden

De Bedside Singers Amsterdam zingen voor mensen in hun laatste levensfase. Voorzitter Ingrid Windmeijer (62) licht toe.

Welke nummers passeren de revue?

We zingen driestemmige wiegeliedjes in een koor van vier. A capella – je moet dus een beetje zuiver kunnen zingen. Het zijn bijvoorbeeld Joodse en Afrikaanse liedjes, mantra’s uit India, volksliedjes, liedjes uit spirituele tradities. Allemaal onbekend, het een wat uitbundiger dan het ander.

En dan staan jullie aan het bed?

Ja, aan het bed van een stervende. We willen die mensen bijstaan, zodat ze niet alleen zijn. Muziek ontspant en verlicht.

Is dat spannend?

Het is spannend om de dood in de ogen te kijken. Die kwetsbaarheid – het is soms ongemakkelijk daar bij te zijn. Maar dat willen we wél. Ik denk dat de laatste fase soms te weinig in beeld is en in eenzaamheid wordt doorstaan in een achterkamertje.

Hoe ontmoeten jullie die mensen?

In Amsterdam gaan we elke drie weken naar een hospice. We bellen van tevoren om te vragen wie er zijn, en of er behoefte is aan ons koor. De vrijwilligers van de hospice laten we via een demonstratie ervaren hoe het is om te worden toegezongen, zij ­vertellen het dan aan de gasten.

Doen jullie aan verzoeknummers?

In principe niet. Wel hebben we eens na iemands overlijden Aan de Amsterdamse grachten gezongen, op verzoek van diens familie. En laatst zongen we voor een Syrische vrouw een wiegeliedje in haar moedertaal. Dat was voor haar een mooie ­verrassing.

Zingen jullie alleen in Amsterdam?

Daar zijn we begonnen met ons koor, dat uit negen zangers bestaat. We zijn het nu aan het uitrollen door heel Nederland. Er zijn al 45 koor­leiders in verschillende steden bezig een koor op te richten.

Onze Bedside Singers zingen zonder financiële vergoeding. Een gift is wel van harte welkom. Daarmee kunnen we meer mensen zingend ondersteunen in de laatste levensfase.

We hebben de ANBI-status.