In Trouw: De Bedside Singers Leiden brengen troost aan het sterfbed

30 september 2023

Het aantal Bedside-koren dat op verzoek van de patiënt aan het sterfbed zingt, groeit hard. Soms is het de laatste wens van iemand in een hospice.

Tekst: Bert Nijmeijer | Foto’s: Fenna Jensma in TROUW

Het eerste nummer is een vrolijk Afrikaans liedje. “No ya na no ya na”, zingen de vrouwen, meerstemmig en inderdaad opgewekt. We zijn allemaal onderweg naar het paradijs, betekent het. Het publiek van de Bedside Singers is er al vlakbij. Het palliatieve kleine koor neemt zijn toehoorders a capella bij de hand bij de laatste stappen naar het einde. Een oudere heer in kamer 54 zit met vochtige ogen in zijn rolstoel. “Ontroerend mooi”, zegt hij. “Zo zuiver en zo lief. Het komt zó van binnenuit. Het raakt je tot in je ziel.” Zijn kamergenote, een vrouw die klein in een groot ziekenhuisbed ligt, klapt in haar handen. “You are not alone”, zingt het koortje. Vandaag komt de Leidse afdeling van de Bedside Singers troost brengen in ziekenhuis Alrijne in Leiderdorp. Een moment van plezier in lange dagen op het ziekbed. Even vergeten dat je ziek bent, binnenkort misschien helemaal geen muziek meer kunt horen. Zoals bekend is muziek de snelweg naar de ziel, waar die zich ook mag bevinden. Ster edzang past in de toenemende aandacht voor stervenszorg, in het streven om ‘leven toe te voegen aan de dagen’, als dagen aan het leven toevoegen niet meer gaat. “Dobrú noc, má milá”, zingen ze in het Slovaaks. Slaap zacht, mijn lieve kind. De patiënte in het grote bed luistert met gevouwen handen. “Ik zag mijn moeder in een schommel zitten, met een bont schort voor, een baby wiegen”, zegt ze, als de Bedside Singers zacht zingend de kamer zijn uitgelopen.

Thuis en in ziekenhuis

Er zijn al 32 lokale Bedside-koren in Nederland, in 2022 waren dat er nog tien, en hun aantal groeit hard. Naar verwachting zijn er eind 2024 tussen de vijftig en zestig koren. Ze zingen in hospices, verpleeghuizen, bij mensen thuis en in Leiden ook in het ziekenhuis. Vooraf vraagt de verpleging wie er wil worden toegezongen. Verreweg de meeste toehoorders zijn terminaal. “Maar we wijzen niemand af”, zegt Ingrid Windmeijer, vandaag het ‘anker’ dat het vierpersoons ensemble op koers moet houden. Dat de patiënten van kamer 54 nog perspectief hebben is geen reden om niet te zingen. Gisteravond had het Leidse koor repetitie. In het zaaltje van het cultureel centrum in Zoeterwoude zaten ongeveer tien vrouwen in een kring bij elkaar. Ze hielden elkaars handen vast, gaven een kort kneepje van verbinding. Ze maakten het bekken wiegend los, denkend aan een schaal met warm, zacht klotsend water. Het was een heel ritueel. Er ging een bakje met appelpartjes rond, goed voor de stem.

Soms voel je het verdriet in de kamer hangen

zangeres Charlotte Moor

Rustgevend blauw

In het ziekenhuis klonken de vertrouwde ziekenhuisgeluiden – de roltrap, holle voetstappen en stemmen – toen Irma Dijkstra, Charlotte Moor, Ria van Leeuwen en Ingrid Windmeijer binnenkwamen, elk met een vissersstoeltje onder de arm. Ze droegen blauwe kleren. Blauw is rustgevend, zo is onderzocht, als de zee, de zomerhemel. Ze zongen in een materiaalkamer, gingen aan de kant toen ondersteunend personeel erbij moest en vervolgden in een hoekje hun ritueel om te landen in het ziekenhuis. Een terminaal zieke patiënt op neurologie heeft slechts kracht voor één liedje. De Singers zingen een Sefardisch slaapliedje: “Durme, durme.” Een man op de geriatrische trauma-afdeling laat zich door de vrouwenstemmen met zijn ogen dicht meevoeren naar een wereld van ‘Zuid-Afrikaanse films’, zegt hij. Het gevoel van zingeving is wederkerig, vertellen de zangers als ze na afl oop thee drinken bij de receptie. Het gevoel betekenis te hebben, in een betekenisvolle fase. “Het raakt je zelf ook”, zegt Charlotte Moor. “Soms voel je het verdriet in de kamer hangen.” De vrouwen zijn erin geoefend om te midden van de emoties in harmonie door te zingen. Juist die laatste dagen zijn zó intens, zegt Ingrid Windmeijer. Nog één keer je kleinkind zien lachen, de zon een laatste keer zien schijnen. “In het hospice vragen ze: wat zou je nog willen. Soms zijn wij de laatste wens.” Eén vrouw overleed kort voor het optreden. “Toen waren we net te laat.”

Onze Bedside Singers zingen zonder financiële vergoeding. Een gift is wel van harte welkom. Daarmee kunnen we meer mensen zingend ondersteunen in de laatste levensfase.

We hebben de ANBI-status.